Als de Lion in de maag komt wordt het gemengd met maagsap. Maagsap is de vloeistof die wordt uitgescheiden door de klieren in de maagwand. De meest belangrijke maagsappen zijn:                  - Maagzuur functie: pepsine te activeren, proteïnen (eiwitten) te denatureren en bacteriën te doden. 

- Pepsine is een enzym die eiwitketens afbreekt in kleinere ketens en aminozuren.

- Intrinsieke factor is een special eiwit dat later in het ileum ( kronkeldarm, onderdeel van de dunne darm) actief wordt om daar vitamine B12 te absorberen. 

 

De maagsappen zorgen voor de afbraak van vetten en eiwitten:

Eiwitten: de eiwitten in de Lion worden in de maag afgebroken door pepsine (een enzym dat eiwit moleculen afbreekt in kleinere moleculen). Die moleculen worden polypeptiden en peptiden genoemd. Maagsapklieren produceren geen pepsine maar pepsinogeen (een inactief enzym). wanneer pepsinogeen in het milieu terecht komt met een hoge zuurgraad wordt het opgezet in actieve pepsine.

Vetten: vetten zijn erg moeilijk afbreekbaar. Er zijn een aantal stappen hoe een vet afgebroken wordt:

1. De maag verdeelt de vetten tijdens het kneden in kleine bolletjes.

2. De slijmvlieslaag scheidt de in het bovenste gedeelte van de maag een special enzym af (lipase).

3. Lipase is instaat om de vetbolletjes af te breken tot vetzuren en monoglyceriden.

4. De maag produceert echter maar beperkte hoeveelheden lipase en kan dus niet al het vet afbreken.

5. Het grootste deel van de vetafbraak vindt dan ook plaats in de twaalfvingerige darm. 

In de maagsappen zitten ook zoutzuur en enzymen. Het zoutzuur maakt ziekmakende bacteriën als die in de Lion zitten dood. De Lion blijft gemiddeld drie uur in de maag. De maag geeft via een sluitspiertje kleine kleine beetjes Lion door aan de dunne darm